Megan
is een vrolijk meisje die altijd goede ideeën heeft. Maar haar juf is
positief getest. Ze moet in quarantaine en op maandag testen en op
dinsdag is Koningsdag. Ze zouden met de kinderen uit de buurt in hun
tuin spelletjes doen maar gaat dat wel door?
Met een vrolijk gezicht fietst Megan naar school. Het gaat een mooie dag
worden. Maar als ze boven aan de heuvel is komt haar vriendin naar haar
toe fietsen. 'De juf is positief! Je moet je taal, rekenen en spelling
meenemen!' Megan kijkt op. 'Hoe dan?' Als Megan op school aan komt
word ze opgewacht door een andere juf. 'Om tien uur moet je op Teams
online zijn.' Een beetje beduusd staat Megan in haar laatjes te rommelen. Als ze thuis komt is haar moeder boven. Ze roept dat ze thuis is omdat de juf positief getest is. Haar moeder komt meteen naar beneden en blijf op afstand van Megan. Ga maar naar je kamer. Waarom moet dit gebeuren? Ik moet me op maandag laten testen en op dinsdag is Koningsdag. Megan denkt paniekerig na. Wat nu? Dat zien we later wel.
Als het bijna tien uur is logt Megan in op Teams. Even later ziet ze haar juf en andere klasgenoten zitten. Haar juf vertelt hoe ze het de komende dagen gaan doen en dan zijn ze al vrij. Ik heb nog nooit zo'n kort dagje school gehad, denkt Megan. De rest van de dag zit ze te tekenen, borduren, haken en computeren. Op zondag maakt haar moeder een afspraak bij de teststraat. Ze kan om half tien 's ochtends daar terecht. Ze is nog geen 12 dus mag ze een kindertest.
De volgende dag hoort ze pas 's avonds de uitslag. Ze negatief! Megan maakt allemaal vrolijk geluiden en gaat in de woonkamer een rondje dansen. Daarna gaat ze naar de kinderen in haar wijk en zegt dat ze negatief is en dat het feest door kan gaan. De volgende dag is het lekker warm. Het is superleuk. 's Ochtends allemaal spelletjes en s' middags pannenkoeken. Gelukkig, denkt Megan. Alles is goed gegaan.